MovingSoft
Menu
mOVINGSOFT MODELSPOOR
Hieronder worden een aantal eenvoudige opstellingen getoond. Uiteraard kan men zoveel uitbreiden als men maar wil.
Bezetdetectie (terugmelding) gebeurt door ofwel spoordetectie ofwel reed-contacten. Reed-contacten bieden de volgende voordelen :
- er zijn geen geïsoleerde railstukken nodig (dus moeten er ook geen rails doorgezaagd worden)
- gemakkelijk te verplaatsen
- standaard S88-terugmelder - voor alle systemen, dus zowel 2-rail als 3-rail
Op pagina "Materiaal" staan voorbeelden van componenten die men kan gebruiken voor onderstaande opstellingen.
Onderstaand figuur toont de aansluiting van de booster rechtstreeks op een seriële com-poort (COM1 tot COM9) en de aansluiting van de eerste S88-module rechtstreeks op de parallelle poort (LPT 1 of LPT2).
Indien geen parallelle poort beschikbaar is kan de eerste S88-module aangesloten worden op een seriële poort via een convertor.
Voorbeeld 1 (alle systemen)
De eenvoudigste opstelling is deze waarbij geen terugmeldingen gebruikt worden. De gebruiker bestuurt de locomotieven en eventueel wissels en seinen maar het treinverkeer is niet beveiligd aangezien de positie van de treinen niet gekend is. Hier heeft men enkel een PC met COM-poort nodig en een booster. Indien men de wissels van op afstand wil bedienen heeft men ook een magneetpulsdecoder nodig.
Voorbeeld 2 (2-rail zonder wagondetectie)
In deze opstelling zijn terugmeldingen d.m.v. spoordetectie voorzien voor elke eindsectie van een blok. Het treinverkeer is hier dus beveiligd. De locomotief wordt gedetecteerd door het spoordetectiecircuit van de S88-ingang. De wagons mogen niet gedetecteerd kunnen worden, zoniet zal een achterwaarts rijdende trein het vorige blok vrijgeven op het moment dat de laatste wagon de eindsectie oprijdt. Als wagons niet gedetecteerd worden zal de trein het vorige blok vrijgeven op het moment dat de locomotief de eind sectie oprijdt, ongeacht de richting.
Voorbeeld 3 (2-rail zonder wagondetectie)
In deze opstelling zijn eveneens terugmeldingen d.m.v. spoordetectie voorzien doch voor elke begin- en eindsectie van een blok. Het verschil met vorige opstelling is dat de snelheid van een locomotief in mode automatisch aangepast wordt van zodra deze de beginsectie van een blok komt opgereden.
Voorbeeld 4 (alle systemen)
Dit voorbeeld is gelijk aan het vorige maar kan gebruikt worden bij alle systemen. Als wagons gedetecteerd kunnen worden kan het programma zo ingesteld worden dat achterwaarts rijdende treinen het vorige blok vrijgeven op het moment dat een wagon de beginsectie oprijdt.
Voorbeeld 5 (alle systemen)
In deze opstelling zijn terugmeldingen d.m.v. reed-contacten voorzien voor elke eindsectie van een blok. Dit voorbeeld is gelijk voorbeeld 2 maar kan gebruikt worden bij alle systemen, aangezien enkel de locomotief (waaraan de magneet hangt) gedetecteerd wordt.
Voorbeeld 6 (alle systemen)
In deze opstelling zijn terugmeldingen d.m.v. reed-contacten voorzien voor elke begin- en eindsectie van een blok. Het verschil met vorige opstelling is dat de snelheid van een locomotief in mode automatisch aangepast wordt van zodra deze de beginsectie van een blok komt opgereden.
Voorbeeld 7 (alle systemen)
In deze opstelling zijn eveneens terugmeldingen d.m.v. reed-contacten voorzien voor elke begin- en eindsectie van een blok. Hier is echter elke sectie afgebakend door 2 reed-contacten (zowel de begin- als de eindsectie). Op deze manier weet het programma ook of een achterwaarts rijdende locomotief op een eind- of beginsectie staat. Daarmee is deze opstelling praktisch gelijkwaardig met deze van voorbeeld 3, maar kan gebruikt worden bij alle systemen.
Door gebruik te maken van diodes kunnen 2 reed-contacten die naast elkaar geplaatst zijn vervangen worden door één.
Tekenen van de spoorbaan met de tekenpost
Volgende figuur geeft de bovenstaande spoorbaan weer getekend met de tekenpost. In het venstertje "Gegevens blok" wordt ingegeven welke S88-ingangen met de secties verbonden zijn. De figuur geeft de opstelling weer van de voorbeelden 3, 6 en 7. Bij voorbeelden 2 en 5 mogen voor de beginsecties willekeurige (ook onbestaande) S88-ingangen ingegeven worden. Bij voorbeeld 1 mogen voor alle secties willekeurige ingangen ingegeven worden.
Meer hoeft niet gedaan te worden dan de blokken te tekenen, ingangen in te geven en de optie "wagondetectie" al dan niet te selecteren.
De spoorbaan is klaar om aangestuurd te worden !
Download de starterversie om een demonstratie te zien van de stuurpost zonder spoorbaansturing. Start dan "PolarisStarter_n.exe" en selecteer "demo" in het menu.
Start daarna "demo stuurpost zonder spoorbaansturing 1 loc".